Het verhaal over God in het Oude Testament

Het verhaal over God in het Oude Testament richt zich, vanaf de periode na de zondvloed, met name op Abraham en zijn nageslacht. Opmerkelijk genoeg had Abraham helemaal geen nageslacht, maar God beloofde dat Hij dat zou gaan geven. In zekere zin heeft God dus zijn eigen doelgroep gecreëerd. Als je het verhaal leest en je jezelf toch ergens in de verhaallijn projecteert kan je verrassende conclusies trekken over het karakter van God. De meest opvallende is de term ‘de Almachtige’. Als je die leest concludeer je gemakkelijk dat God een soort opperwezen zou moeten zijn, ver verheven boven alles en iedereen. Niets kan Hem benaderen of beïnvloeden. Idioot genoeg is wat God tegen (toen nog) Abram zegt, heel persoonlijk. Hij zegt het alleen tegen hem, er was verder niemand bij en God wilde zich ook niet als opperwezen aan hem presenteren maar als helper; Ik ben degene die voor jou in alles voorziet. Het Hebreeuwse woord daarvoor is Elshadai. Dat staat in de Hebreeuwse tekst waar in het Nederlands ‘de almachtige’ staat. Dat God Abrams’ naam veranderde in Abraham maakte de relatie nog verder exclusief.

Maar ja, we lezen de Bijbel en trekken conclusies. Meestal met onze eigen verwachtingen als leidend. Als we lezen dat God toornig is op het volk Israël en Mozes Hem smeekt hen niet te doden vinden we dat God ook eigenlijk een boos opperwezen is dat tevreden gesteld moet worden. Helaas is dit precies hoe de volken waaraan God zich niet had geopenbaard, zich hun god hadden voorgesteld. Daarom brachten ze uitgebreide offers, in de hoop dat hun god hun voor rampspoed zou behoeden. Dat ging dan vooral over natuurrampen zoals aardbevingen en overstromingen of bijvoorbeeld epidemieën.

Maar helaas, God (JHWH) noemt zich de God van Abraham, Isaak en Jacob. Dat is het. Niet de God van wie dan ook toevallig het Oude Testament leest. Jammer. Nu is het best nuttig om het Oude Testament te lezen want je kan zo wel ook wat mooie karaktertrekken van God tegenkomen. Dat Hij bijvoorbeeld lankmoedig is, geduldig. Maar God, schepper van hemel en aarde, is God voor drie mensen. Dat heeft een achtergrond die moeilijk te onderscheiden is. Voor de zondvloed liet God namelijk het leven op zijn beloop en dat had niet goed uitgepakt. De reden daarvoor was de zonde in de wereld.

Nu wordt zonde vaak gezien als de verkeerde dingen die je doet. Dat is een wat onbepaalde definitie want ‘verkeerd’ is niet een vast omlijnd gegeven. Maar de zonde is een kracht in de wereld die erop uit is de mensheid te doden. Dat blijkt uit het verhaal van Kaïn, daar waarschuwt God hem het ‘juiste’ te doen (niet jaloers te worden) omdat de zonde als een belager op de loer lag en toegang bij hem probeerde te krijgen. In zijn geval was dat dus gelukt nadat Abel het leven had gelaten. In de tweeduizend jaar die daarop volgde werd het niet beter. Tijdens die periode was het de zonde gelukt om iedereen een boos hart te geven. Dat is misschien moeilijk voor te stellen, als je eens boos ben kan dat best nuttig zijn maar een boos hart zorgt ervoor dat je altijd ongelukkig bent en ook je je leven niet zeker bent, vooral als iedereen het heeft. Het is veelomvattend want de zonde maakt het leven moeilijk en als je de zonde toelaat wordt je leven alleen maar moeilijker.

Na de zondvloed was het er nog steeds niet beter op geworden, de zonde ging gewoon verder met zijn missie. Maar God had nu een actief plan om de zonde, ofwel ‘de macht van de zonde’ of: ‘de zonde in de wereld’ een halt toe te roepen. Nou, als je iets wilt bereiken moet je klein beginnen. God koos daar Abraham voor uit. De reden is niet gelijk duidelijk tenminste, dat staat niet in de Bijbel. Het had ook iets met de vader van Abraham te maken die God had opgeroepen te gaan naar een land dat Hij hem wijzen zou maar dat was niet helemaal gelukt. Ook is er een aanwijzing via ‘de priester naar de orde van Melchizedek’ die opduikt in het verhaal over Abraham. Het blijft onduidelijk wie dat was maar het zou kunnen dat daar Seth achter zat, een zoon van Noach die de zondvloed overleefd hadden in de Ark. Hij was samen met zijn vader God trouw gebleven terwijl de rest van de mensheid alweer in de ban van de zonde was geraakt. Ik speculeer nu een beetje maar het is mogelijk dat Seth een mentor was voor Abram en dat daardoor Abram ook God trouw was gebleven. In ieder geval begint God met Abram een verbond en verandert zijn naam in Abraham.

Een verbond is een overeenkomst, een afspraak. God sprak met Abraham af dat Hij zou zorgen dat het goed met hem ging en zijn nageslacht uitermate talrijk maken. God sloot ook een dergelijk verbond met Isaak en Jacob. Vervolgens verandert Hij de naam van Jacob in Israël. Dat groeit uit tot het volk Israël waar God alweer een verbond mee sluit, omwille van Abraham. Daar gaat de rest van het Oude Testament over. Het valt op dat God een heel stelsel van wetten opstelt waaraan het volk Israël moet voldoen. Het meeste heeft duidelijk te maken met het feit dat zo de zonde geen kans krijgt. God belooft van zijn kant dat ze voorspoedig zouden worden. Maar als ze de wetten niet zouden houden zou God hun het leven behoorlijk moeilijk maken. God zegt dan dat het volk ‘zondigt’. Zo zijn er dus nu twee soorten zonde, eentje die in de wereld is en eentje die gekoppeld is aan het verbond van God met Israël.

Als je als onderzoekende lezer probeert te achterhalen wat dat voor jou eigen leven betekent kan je allerlei conclusies trekken. Het zorgelijke is dat de oude Grieken en de Romeinen veel later in de tijd vonden dat ze de prominente rol speelden en de rol van de Israëlieten marginaliseerden. Ze vonden dat die hadden afgedaan en ze projecteerden hun eigen geloofssysteem op het Oude Testament. Natuurlijk moest God volgens hun tevreden gesteld worden en er kwam een mengvorm die vervolgens in steen uitgehouwen raakte, onveranderbaar. Als je die niet onderschreef was je verdacht en ook je leven niet zeker.

Maar zelfs het Nieuwe Testament is alleen bestemd voor Israël. Helaas, maar Jezus zegt het zelf. ‘Ik ben alleen geroepen voor de verloren schapen van Israël’, zegt hij. Waarom zo exclusief? Het heeft te maken met het plan van God om de zonde de wereld uit te helpen. Opvallend genoeg maakte God Abraham voorspoedig, dat het goed met hem ging. De macht van de zonde zorgt ervoor dat alles moeilijker wordt. Ik noem het: gebrek. Iedereen heeft er mee te maken. Ook als je rijk bent, werkt het nog steeds. Het uit zich in schaamte en angst, de eerste twee dingen die er gebeurden na het eten van de boom van kennis van goed en kwaad. Je verliest je onschuld. Wantrouwen, jaloersheid, eenzaamheid, ongelukkig zijn, ik kan zo nog wel even doorgaan.

God beloofde het volk Israël ook dat ze voorspoedig zouden zijn. Dat heeft vooral te maken met hoe het met je hart is. Vrede en vreugde. De rest komt vanzelf. Maar het werd een moeizaam proces. God wilde niet dat ze de goden van andere landen adopteerden en zich niet met hun in zouden laten. Zo zou het volk Israël vrij blijven van de macht van de zonde. Steeds bekeerden ze zich als het weer eens mis ging. Dan ging God hen weer verder helpen. Uiteindelijk komt Jezus ten tonele. In het Hebreeuws: Jeshua. Dat betekent: God redt. Van de macht van de zonde natuurlijk. En dat doet Hij, op onnavolgbare wijze. Hij sluit uiteindelijk een nieuw verbond waarin de macht van de zonde geen kans meer krijgt.

Nu komt het: eindelijk is de Bijbel er ook voor jou. Het begint bij Handelingen 11:18b. ‘Zo heeft dan God ook de heidenen de bekering ten leven geschonken’. Hoera! (alles wat niet uit Israël komt is een heiden dus jij hoort erbij!) Maar nu komt het erop aan, want wat betekent het? Die betekenis lijkt wel volledig versleuteld in het Oude en Nieuwe Testament. Als je ervan uitgaat dat God boos is en tevreden gesteld moet worden en dat Jezus dat gedaan heeft door te sterven (geen zorgen, Hij is ook weer opgestaan uit de dood) dan betekent ‘gered’ of ‘behouden’ dat God niet meer boos op je is omdat je zo’n slecht mens bent. Dat laatste concept is zo diep uitgewerkt door mensen die dachten dat de Bijbel een filosofisch boek is, dat zelfs de hele wereld totaal verdorven is verklaard. Dat is niet zo, mensen doen ook mooie en goeie dingen. Alleen, de macht van de zonde kan je teleurgesteld, afgewezen, verlaten en niet goed genoeg laten voelen. Als dat in je hart gaat zitten heeft het leven weinig goeds meer te bieden.

Het gaat er dus om te snappen waar God mee bezig was, al die tijd. Gered betekent natuurlijk gered uit de macht van de zonde en je hart hersteld laten worden door Jezus en zijn nieuwe verbond. Bekering is niet dat je zo slecht bent en je nu moet ‘bekeren’ daarvan en dat je dan weer oké bent voor God. De tekst spreekt over ‘de gave’ van bekering. Het is iets wat je krijgt. En waar leidt dat toe? Tot leven. Vrij van de macht van de zonde. Dood en leven betekent namelijk in de Bijbel of je wel of niet onder de macht van de zonde zit. Eigenlijk heel simpel.

Je kan je natuurlijk wel afvragen dat als het zo simpel is waarom niet gewoon iedereen het weet? Wel, dat vraag ik mij ook af. Maar nu weet je het.

Het verbond wat God sloot met het volk Israël is net zo exclusief. Dat heeft ze door de eeuwen heen, toen ze hun eigen land verloren, al heel wat nijd opgeleverd. God had ze hiervoor al gewaarschuwd, Als jullie het verbond houden zorg ik dat het goed met jullie gaat maar als jullie dat niet doen zullen jullie uiteindelijk jullie land kwijtraken. Toen dat uiteindelijk gebeurde is hun Joodse identiteit overeind gebleven maar ze werden gemarginaliseerd.