In m’n boek.

In m’n boek heb ik me gericht op het vertellen van een verhaal. Toen ik besloten had een boek te schrijven merkte ik dat ik vervolgens vooral bezig was om uit te leggen dat ik gelijk had. Natuurlijk werkt dat niet en het kostte me twee jaar om mijn hart te veranderen. In die periode heb ik, steeds als er iets in me op kwam, aantekeningen gemaakt. Daarna ben ik bewust de discussie over leerstellingen niet aangegaan maar ben ik begonnen mijn eigen verhaal te vertellen en vervolgens het verhaal van de Bijbel. Al schrijvende heb ik die, terwijl ik hem best wel redelijk kende, volledig doorgespit en verrassende dingen ontdekt. Het blijkt dat er veel dingen in de Bijbel niet uitgelegd worden en ondanks dat het een dik boek is lijkt het erop dat veel zaken verborgen blijven. Bijvoorbeeld over wie God nu eigenlijk is. Ook bij het verhaal over Jezus krijg je het gevoel dat je informatie te kort komt. Waarschijnlijk is het daardoor dat er zoveel verschillende zienswijzen en benaderingen zijn met allemaal hun eigen accenten. Ook zijn er pogingen gedaan om de Bijbel te versimpelen en mede daardoor zijn er leerstellingen ontstaan die zelfs door de Bijbel zelf weerlegd worden. Maar ik heb geprobeerd een discussie uit de weg te gaan.

Met één uitzondering. Ik bestrijd dat God allesbepalend is. Daarmee gooi ik de basis van veel leerstellingen helemaal overhoop maar ik zag geen andere mogelijkheid. Daardoor zou je immers geen interactie met God kunnen hebben, geen relatie. Theologisch gezien is dit geen goed nieuws want de basis van God zou eigenlijk moeten zijn dat Hij alles bepaalt, zelfs tot op microniveau. Elke molecuul die door de ruimte vliegt moet daar specifiek door God geplaatst zijn want het alternatief is complete chaos en dan is er niets waar we als mens op kunnen bouwen. Verdwaald in de kosmos dus. Gelukkig is met slechts een enkele Bijbeltekst mijn stelling te onderbouwen: Handelingen 14:16 ‘Hij heeft ten tijde der geslachten, die achter ons liggen, alle volken op hun eigen wegen laten gaan’. Als je graag nog een tweede wil kan dat: 2 Kronieken 1:7 ‘In die nacht verscheen God aan Salomo en zeide tot hem: Vraag; wat zal Ik u geven?’ God kan natuurlijk niet alles bepalen en vervolgens volken hun eigen weg laten gaan. Ook zal Hij geen vragen aan mensen stellen als alles door Hem is vastgelegd. Leerstellingen zullen daarop overigens beweren dat dit ´bij wijze van spreken´ is bedoeld. Wat dat dan ook vervolgens betekent.

Het verhaal van de Bijbel gaat ook niet over een allesbepalend ‘opperwezen’, het gaat over wat God allemaal gedaan heeft. Daaraan kan je God kennen. Niet door een theoretische verhandeling maar door gebeurtenissen waarin God iets doet. Dat geldt ook voor je eigen leven, je kan God kennen door wat Hij daarin doet. Net zoals mijn eigen vrouw, ik ken haar niet doordat ik een lijst met eigenschappen van haar heb doorgenomen maar doordat ik haar ontmoet. Dat werkt al door gewoon een knuffel, daarin ontmoet ik haar en merk gelijk dat we van elkaar houden.

Uit de Bijbel blijkt Gods invloed verrassend beperkt te zijn. Hij noemt zich daarin de God van Abraham, Isaak en Jacob. Dat is het. De God van drie mensen. Dat klinkt wel erg anders en de stelling dat God allesbepalend is en het maakt de Bijbel vervolgens een ondoorgrondelijk boek vol tegenstellingen. Daarin staat dat God dingen wil en die toch niet gebeuren. Ook andersom, er gebeuren dingen die God niet wil. Als je dan de leerstelling wilt volhouden dat God alles bepaalt moet je allerlei wonderlijke constructies bedenken en hele stukken van de Bijbel gewoon niet lezen. Of eroverheen lezen en er verder niet op ingaan. Dat noem je cognitieve dissonantie.